Ik werd vanochtend wakker gemaakt door het irritantste geluid op aarde: dat van de bladblazer, de meest nutteloze en duivelse uitvinding ooit geproduceerd. Zo wist ik dat de herfst voor de deur stond en dat is te merken want het wordt frisser, ook in Andalucía. Ik zie de zwermen vogels over de Middellandse Zee weer stilaan richting Afrika trekken en stel me voor hoe ze in de Straat van Gibraltar over de bootjes vol migranten vliegen(die pas officieel illegaal zullen zijn als ze voet op EU bodem zetten) die de vogels er vertwijfeld op zullen wijzen dat ze de verkeerde kant op gaan ; twee zwermen gelukzoekers, elk met zijn eigen bestemming en redenen om uit te vliegen. De bladblazer die me vanochtend uit mijn slaap rukte is er één van de gemeente.
Bezemelleboog
Het doel van het onding is eerbaar, want het helpt om de straten schoon te houden; een taak die vroeger door de straatveger met een simpele bezem werd uitgevoerd. Die straatveger is nu een windmaker geworden, aangedreven door een machine met motor. De oorbeschermers die de gemeente voor de man heeft voorzien wijzen erop dat ze zelf ook vinden dat het pokkending een voor het menselijke oor onaanvaardbaar aantal decibels produceert. Misschien was de oude bezem voor de straatveger zijn gezondheid ook al nefast en ontwikkelde hij er een bezemelleboog door, naar analogie met de tenniselleboog, wie zal het zeggen? Het verschil is dat het geluid van de bezem niemand stoorde, dit in schril contrast met de bladblazer. Ik herinner me dat in het bergdorp waar ik vroeger woonde de arbeider van de gemeente de bladblazer zelfs hanteerde als er al een flinke wind stond die alle bladeren en papiertjes op een hoopje blies, waarna bladblazerman- niet het scherpste mes in de schuif- ze vervolgens opnieuw uit elkaar waaierde. Nu moet ik zeggen dat mijn irritatie tegenover geluidsoverlast blijkbaar ook een cultureel ding is, want Andalusiërs zijn van nature zelf een lawaaierig volkje. Café’s en restaurants zijn de centra van geluidsoverlast en de akoestiek is er meestal bijzonder slecht waardoor het geroezemoes en geroep van de gasten en het geluid van de immer schetterende tv tegen de muren op klettert.
Een vriend vertelde me vorige week over zijn ervaringen van toen hij in Scandinavië werkte. De Finnen, zo blijkt, houden er niet van om over koetjes kalfjes te praten, wat de Engelse small talk noemen. Een ‘ongemakkelijke stilte’ bestaat er gewoonweg niet omdat ze het op een bepaald moment allemaal eens zijn dat ze zijn uitgepraat. Over het weer wordt er al helemaal niet gebabbeld, wegens een te negatieve connotatie. Waarom immers zeuren over een verschijnsel waar je helemaal geen greep op hebt? Ik neem die gedachte dan maar mee als mijn levensles voor vandaag: Laat ik de bladblazer en het lawaai in de Andalusische cafés dan maar bekijken als een verschijnsel waar ik toch nooit een greep op kan hebben en het dus geen nut heeft om me er aan te ergeren, in de Hellenistische traditie van de stoïcijnen. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor onze houding tegenover de politiek, nog zo’n, bizar verschijnsel vol met windblazers dat ons ergert en waar we geen greep op hebben, ondanks dat we tegen beter weten in blijven geloven in dat andere Hellenistische luchtkasteel, genaamd democratie, met een einddoel dat al even eerbaar is als dat van de bladblazer.
Comments