
Het regent in Spanje. Het is ook altijd wat; dan weer te heet en te droog en nu weer te nat. Het regenweer is echter goed nieuws voor de kroegen, want niemand lummelt nu rond in het zonnetje en zit op een bankje langs de straat of aan zee, maar zoekt liever een café op om droog te zitten en de inwendige mens te verwarmen met een wijntje, koffie of een borrel. In mijn stamkroeg El Patio is het een drukte van jewelste. Verschillende groepjes mannen hebben zich geschaard rond enkele tafeltjes en discussiëren luidruchtig. Het onderwerp van de dag zijn uiteraard de stortregens die het zuiden van Spanje hebben getroffen. Ook hier in de provincie Málaga werden straten omgetoverd in kolkende rivieren die auto’s mee richting zee sleepten. Het water hier komt uit de Montes de Málaga, de bergen, waardoor het een vernietigende snelheid krijgt en alles dat in de weg staat meesleept: naast auto’s zijn dat ook vaak bomen, houten vakantiehuisjes en -uiteraard- modder. De gesprekken aan de tafel naast mij gaan over het slechte waterbeheer van de rivieren hier: “Door de hete zomers vergeet de junta al te gauw om ook de droge rivierbeddingen te onderhouden”, zegt een oude man met een geruite pet op het hoofd. “Al het water dat nu in zee stroomt had moeten opgevangen in stuwmeren, want volgende zomer zullen we zeker weer zonder drinkwater komen te zitten. Er zijn gewoonweg te weinig opvangbekkens gebouwd en er is geen planning. En zoveel regen in één keer kan de grond niet slikken, want door de droge zomer lijkt de aarde wel beton.” Ik meng me tegen beter weten in even in het gesprek en zeg : “Maar de regen is toch ook goed nieuws voor de boeren” de olijfbomen, de avocado’s en mango’s hadden toch dringend water nodig!” De man kijkt me meewarig aan, schuift zijn pet achter op zijn hoofd en zucht bij zoveel naïviteit van die buitenlander. “ Die bomen staan allemaal op hellingen en nu staan de avocado’s met hun de wortels in het water en dat is zo mogelijk nog erger dan de droogte. Een olijfboom is veel sterker en kan tegen een stootje, maar de avocado’s en mango’s hebben weliswaar graag een vochtig en tropisch klimaat, maar staan niet graag met hun voeten in het water, dan gaan de wortels al snel rotten. Kijk, mijn schoonvader heeft op zijn Finca net 300 jonge avocadoboompjes geplant en die zijn nu allemaal de heuvel afgespoeld, want hun wortels waren nog niet ontwikkeld. Hij is een fortuin kwijt. Zijn buurman, een jonge veertiger, leunt voorover en gooit nog wat olie op het vuur; “ Nu nog avocado’s planten is ook gewoon waanzin. Die boom heeft gewoon te veel water nodig en dat is er de helft van de tijd niet. De boeren hier zijn verblind door het geld dat de avocado’s opleveren. En dan maar klagen over de politiek omdat de ontziltingsinstallaties er niet snel genoeg komen. Alleen maar om hun planten water te geven, terwijl tegelijk het drinkwater van de mensen wordt gerantsoeneerd en afgesloten!” De man met de pet is nu in zijn wiek geschoten. “Ach, de politiek heeft geen visie en loopt achter de feiten aan”, gromt hij. “ achter de feiten en achter de vrouwen” vult de veertiger lachend aan. Hij doelt daarmee op het schandaal dat netis losgebarsten rond Iñigo Errejón, het parlementslid en woordvoerder van de linkse partij Sumar, die een klacht aan zijn been heeft voor seksuele intimidatie en geweldpleging op actrice Elisa Mouliaá. Een vrouw die aan het tafeltje ernaast zat mee te luisteren komt nu tussen “ Ach, met dat gezeur over het weer altijd. Iedereen loopt al maanden mee in processies om de heiligen te smeken voor water.En maar jammerenen de maagd van de grot aanroepen:” que llueva, que llueva, la virgen de la cueva!” En als het dan eindelijk regent en jullie gebeden worden verhoord is het weer niet goed!” De oude man met de pet knikt nu heftig van ‘ja’ en slaat zijn glas zoete wijn in een sok achterover. “ Het is ook allemaal niet nieuw, we kennen dit fenomeen al tientallen jaren. Twintig jaar geleden heeft het 9 maanden aan een stuk geregend en dreigden de stuwmeren over te lopen. Het probleem is niet het weer, maar het korte geheugen van de beleidsmensen. Dat er water staat in de straten van Malaga komt omdat de riolering niet werd onderhouden toen het nog kon. En dat de regio van de Guadalhorce rivier zo zwaar is getroffen is omdat die rivier het hele jaar droog staat en de omgevallen bomen en takken niet worden geruimd. Die spoelen nu allemaal door de kracht van het water dat uit de bergen komt naar de steden en blokkeren daar de bruggen waardoor het water door de straten spuit en automobilisten wegspoelendie denken dat ze met hun 4x4 toch nog door het water kunnen rijden. De vallei van de Guadalhorce is bekend voor de teelt van citrusvruchten en die staan daar al tientallen jaren omdat ze veel water nodig hebben en het daar overstromingsgebied is. Wie daar zijn huis heeft gebouwd moet niet schrikken als hij al eens met natte voeten zit.” Op dat moment krijg ik berichtjes binnen op mijn telefoon van een oud collega bij Het laatste nieuws, niet lang daarna gevolgd door telefoontjes van VRT nieuws en VTM. Ik begrijp dat het nieuws van de heftige regenval hier inmiddels ook Vlaanderen heeft bereikt, maar moet de journalisten die op zoek zijn naar verhalen van waterellende en persoonlijke miserie teleur stellen;Ik heb zelf namelijkniet te lijden gehad onder de watersnood en hoewel de journalisten zeggen dat ze opgelucht zijn voor mij, hoor ik tegelijk ook wat teleurstelling in hun stem omdat ze hun ooggetuige nog niet hebben gevonden. Ik kan de neiging om ‘blub blub' te zeggen nog nauwelijks onderdrukken, maar verwijs hen door naar Vlaamse vrienden in de bergen rond Malaga en in Valencia dat nog erger getroffen is. Want goed nieuws is geen nieuws, weet ik na 40 jaar in de journalistiek maar al te goed. Ik neem afscheid van mijn nieuwe cafevrienden en zeg dat ik mijn snorkel en zwemvliezen ga aandoen, maar dat ik twijfel tussen een zwembroek of een neopreen duikpak. Ik zeg met de nodige dramatiek in de stem dat ik afscheid van hen wil nemen met een gedicht van de Fransman Paul Verlaine, dat ik me nog herinner uit mijn schooltijd, omdat we het uit het hoofd moesten leren van mevrouw Focant:
Il pleure dans mon cœur
Comme il pleut sur la ville ;
Quelle est cette langueur
Qui pénètre mon cœur ?
Ô bruit doux de la pluie
Par terre et sur les toits !
Pour un cœur qui s’ennuie!
Ze kijken me aan alsof ik een slag van de molen heb gehad, wat nog waar is ook. ‘Zwanzen’ is geen Spaans werkwoord.
Comentários